Tiesj Benoot is net terug van hoogtestage met Wout van Aert: “Elke renner twijfelt of hij vrijdag in Harelbeke zal kunnen volgen”
Net geland op Zaventem na drie weken hoogtestage op Tenerife met kopman Wout van Aert, maakt Tiesj Benoot (31) zich op voor zijn elfde voorjaarscampagne. Een interview met de wegkapitein van Visma-Lease a Bike over twijfelen voor E3 Saxo Classic, flaporen op sociale media, slaapprognoses van Mathieu van der Poel en het missen van zijn twee dochters: “Papa, wanneer kom je naar huis?”
*Dit gesprek vond zaterdag plaats - voor, tijdens en na Milaan-Sanremo - via een haperende internetverbinding met een chalet in Tenerife op een hoogte van 2.131 meter boven de zeespiegel.
“Amai. Slecht weer bij de start van Milaan-Sanremo. Gietende regen, zeg. Het is zo stilaan een droom voor Wout en mij: slecht weer in Parijs-Nice, slecht weer in Tirreno-Adriatico, slecht weer in Milaan-Sanremo... En wij zitten hier al drie weken in de zon op onze berg.”
Neem alvast een optie op die chalet voor 2026. Volgend jaar wil het voltallige peloton naar Tenerife in maart.
“Eerst zien of het ook nog rendeert. Dat is het belangrijkste.”
Twijfel je daaraan?
“Vorig jaar hebben we hetzelfde gedaan. Ondanks de barst in mijn heiligbeen plus zware val in de E3 Saxo Classic was ik op mijn beste niveau ooit in de Ronde van Vlaanderen. Zonder lekke band na de Paterberg, had ik gesprint voor de tweede plaats. Twee weken later eindigde ik derde in de Amstel Gold Race. Ook Wout zag er zeer goed uit na die hoogtestage...”
Maar...
“Wat ik tegen alle jonge renners zeg: elke renner zit met twijfels voor een koers. Of ze nu 21 jaar of 38 jaar zijn.”
Jij dus ook?
“Tuurlijk. De voorbije dagen heb ik al vaak gedacht: Ben ik er klaar voor? Ik herinner me dat ik vorig jaar met dezelfde vragen zat. Ondanks dat ik hetzelfde proces volg en dat vertrouw als houvast, ben ik opnieuw bezig met: ‘Zal ik boven mezelf kunnen uitstijgen?’ Die halve onzekerheid vind ik ook het mooie aan de sport.”
Waarom?
“Omdat iedereen zich nu dezelfde vraag aan het stellen is. Elke renner op zijn niveau. De helpers hopen dat ze er vrijdag na de Taaienberg nog bij zijn als er nog een groep van vijftig renners overschiet om de finale in te gaan. In mijn geval is het hopen dat ik bij de beste tien renners ben, zodat ik mijn stempel op de koers kan zetten en in de finale de afloop deels mee kan bepalen. En dan heb je nog die paar uitzonderlijke renners die zitten te hopen dat ze de koers kunnen winnen. Wout van Aert en Mathieu van der Poel starten nu eenmaal niet in de hoop om derde te worden.”
Dus ook die toprenners twijfelen?
“Zeker! Ook zij zullen dat gevoel erkennen.”
Hoe vaak heb je de voorbije nachten gedroomd over de E3 Saxo Classic?
“Zo erg is het niet, maar ik ben er wel dagelijks mee bezig. Ik probeer te focussen op het proces. We hebben de voorbije weken hard en veel getraind - soms zelfs twee keer per dag. Dat werk zit er nu op. Vanaf zondag start de fase van taperen tot vrijdag. Ik probeer het bekijken van de details van de koers wel uit te stellen tot de dag voordien. Wanneer je tijdens de aanloop elke dag het parcours op Veloviewer zou zitten bekijken en jezelf ook nog zitten afvragen: ‘ben ik wel het goede aan het doen?’... dan word je zot. Het zou ook averechts werken, mocht je constant met die koers in het hoofd zitten.”
Wat zit er nu in jouw hoofd om 10u30 in de voormiddag?
“Waar Wout en ik straks zullen losfietsen en wat we nadien eten als lunch. Nadien een dutje en hopelijk op tijd wakker schieten tegen dat ze aan de voet van de Capo Mele zitten...”
De leven.
“Toch is zo’n hoogtestage van drie weken op de Teide zeker de lastigste opoffering die ik op dit moment moet maken. Het zware trainen doe ik zeer graag, en zeker niet minder graag dan tien jaar geleden. Ik ben ook niet uitgekeken op de fiets, maar het is een pak lastiger om zo lang weg van huis te zijn in vergelijking met vroeger...
De kindjes.
“Twee meisjes die op drie weken tijd zoveel veranderen, zodat ik het gevoel heb dat ik constant momenten uit hun leven mis. Voor ik kinderen had, was een praatje via de videocall met Fien wel oké om het gevoel met thuis te blijven behouden, maar met kinderen is het gemis meer intens. Onze oudste dochter, Roos, is nu drie jaar en een paar maanden oud, en wanneer we dan vanuit Tenerife een videocall doen, zegt ze: ‘Papa, ik mis jou een beetje. Wanneer kom je weer naar huis?’ (pauze) Dat zijn lastige momenten.”
En dan wordt zelfs de nuchtere Tiesj Benoot een beetje week.
“Ja. Ook als je daar louter nuchter over nadenkt: De eerste keer leren stappen, leren praten, leren fietsen... Dat doet elke mens maar één keer in zijn leven. Ik besef dat die momenten niet meer zullen terugkeren. Dus wanneer ik thuis ben, probeer ik zoveel mogelijk tijd in de kindjes te steken en niet bezig zijn met randzaken - daarom wou ik dit interview ook tijdens de hoogtestage doen. Tien jaar geleden zou ik pas rond tien uur in gang schieten om te trainen. Nu doe ik om acht uur de kindjes naar school met de fiets en start mijn training vanaf de schoolpoort. Zodat ik op tijd terug ben, wanneer de schooldag gedaan is.”
Zouden die hoogtestages en lange periodes van huis een drijfveer kunnen zijn om binnen x aantal jaar te stoppen met koersen?
“Op dit moment is dat nog niet zo. Op een bepaalde manier doe ik zo’n hoogtestage ook wel graag. Je zit drie weken op een berg in alle rust, zonder chaos en hectiek van een gezin met twee kinderen. Het leven draait even enkel om fietsen, rusten en eten. Het is een rust waar ik van kan genieten en ik weet dat zo’n hoogtestage ook nodig is om als renner de beste versie van mezelf te zijn, maar stel: je doet al die opofferingen en krijgt er niet voor terug wat je wil, dan zou dat eventueel kunnen meespelen in die beslissing... Maar zo ver is het nog zeker niet. En om al meteen de volgende vraag te beantwoorden: ik heb nog geen idee wat ik na de carrière wil doen.”
Mooi geanticipeerd. Is dat universitaire diploma in de Toegepaste Economische Wetenschappen inmiddels een feit?
“Zwijg stil. (lacht) Ik moet nog één taak afwerken, een evaluatie van een groepswerk. Ik had gepland om het hier op Tenerife af te maken, maar het is er niet van gekomen. Het zal voor tijdens de hoogtestage in mei richting de Tour zijn.”
De combinatie koersen en studeren blijft toch moeilijker dan het op papier lijkt.
“Ik ben nog steeds blij van die keuze en dat ik zo een leven naast de fiets heb. Mijn identiteit bestaat uit meer dan coureur zijn. Het helpt om alles beter te relativeren. Zeker van jongere renners wiens leven enkel om koers draait, snap ik dat ze in een tunnelvisie kunnen belanden en het daar mentaal moeilijk mee hebben.”
Bij Visma Lease a Bike last Fem van Empel (22) een pauze in voor haar mentale gezondheid en ook Cian Uijtdebroeks (22) beleeft niet de leukste periode.
“Van de situatie van Fem ben ik niet echt op de hoogte, maar spreekt haar verhaal voor zich. Bij Cian is het een terugkerende blessure, dat is van alle tijden. Toen ik als tweedejaarsprof viel in de Ronde van Vlaanderen heb ik nadien een half jaar gesukkeld met mijn maag en het zuur gehad, dat was ook zeer frustrerend. Je bent constant op zoek... Los daarvan, is mentale gezondheid in het wielrennen al een dingetje en zal het de komende jaren nog een groter ding worden.”
Waarom?
“Twee evoluties. Ten eerste is alles meetbaar: voeding, vermogens, hitte-training... Ik snap dat een jonge renner zich daar in kan verliezen. Als ik nu een appel eet, zal ik nadien niet mijn klokhuis afwegen om te weten hoeveel gram appel ik nu precies heb gegeten. Je lacht, maar sommige renners doen dat echt, he! Je kan als renner alles perfect doen, maar als het te dwangmatig is en je zit daarom slecht in je vel, weet ik dat je niet het rendement krijgt dat je voor ogen hebt. Ik merk bij veel jonge renners dat het gewone fietsen en spelen op training er wat af is. Toen ik neoprof werd, aten we ‘s ochtends om ter meeste pannenkoeken om nadien met maagpijn op de fiets te stappen.”
Dat doe je nu toch ook niet meer?
“Neen, maar sommige jonge renners denken nu: als ik stop voor een koffie, is mijn training om zeep. Begrijp mij niet verkeerd: Ik wil niet die oudere renner zijn, die zeurt: tien jaar geleden was alles beter in de koers en het is allemaal veel gevaarlijker dan toen. Dat zeg en vind ik absoluut niet. Het wielrennen is niet negatief geëvolueerd. We zijn gewoon mee-geëvolueerd met de maatschappij. In die maatschappij - en dat brengt ons bij de tweede evolutie - zie je dat veel jongeren moeite hebben met de manier waarop ze moeten omgaan met sociale media. Dat Jan Met De Pet over alles zijn mening geeft en dat grover doet dan hij ooit face to face zou durven, is eigen aan deze tijd. Toen ik elf jaar geleden prof werd, was Twitter nog anders. (lacht) Nog niet alle debielen zaten er op.”
Zijn die sociale media ook geen te gemakkelijke boosdoener? Jij post voornamelijk koersfoto’s en soms een grappig verkleedfilmpje voor de kindjes op Instagram. Hoe heb jij last van sociale media?
“Ik wil benadrukken dat ik er weinig last van heb, maar onlangs was er weer zo’n flauwe plezante... Ik ga geen naam zeggen, want dat verdient hij niet. Toen ik daags na de Strade Bianche een video deelde van de ploeg, waarop Wout en ik aan het trainen zijn in Tenerife, reageerde die: ‘Er was een klein koerske in Italië, maar ga gerust door met jullie epo-kuur.’ (gniffelt) Er is nog. Toen we de tijdens de verkenning van de Omloop tijdrithelmen droegen, reageerde hij ook al: ‘Jammer van die flaporen van Tiesj Benoot. Alle moeite voor niks.’ Ik antwoordde: ‘Zou ik ze tegen mijn hoofd laten tapen?’ En dan hij weer: ‘Tiesj, volgens mij heeft Pantani zich ooit laten opereren aan zijn flaporen, dus je kan er iets aan doen. Aero is everything.’
Wat doet dat met jou?
“Als je naar zijn Instagram-account kijkt, is hij duidelijk zeer rechts en lijkt hij mij verzuurd. Ik kan het dus zeker plaatsen, maar ik kan mij voorstellen bij Cian, die een fysiek probleem heeft met zijn lichaam en dat ook openlijk heeft gezegd, waarover dan artikels worden geschreven en Tom Boonen - en dat is dan nog iemand met notie - die daar zijn idee over geeft...”
“Als je dan de reacties op het artikel over Cian leest, kan ik mij inbeelden dat je het er als jonge renner moeilijk mee hebt. Remco Evenepoel heeft daar ook zijn moeilijkheden in gehad en is daar na verloop van tijd in gegroeid - chapeau, trouwens, want gemakkelijk is dat niet. Ook Wout gaat daar op een bepaalde manier mee om. Iedereen heeft een mening over Wout. Als hij Milaan-Sanremo niet rijdt, is het niet goed, en vanavond zal men zeggen dat het geen goed idee was geweest indien hij er wel aan de start had gestaan.”
Valt @mou55981652 ook onder de term bagger op sociale media?
“De X-profeet van Pogacar? Ik vind het grappig en hij durft stoute voorspellingen doen. Vorig jaar zat hij er in de aanloop naar de Tour een paar keer boenk op, maar ik heb wel moeite met het anonieme. Dat is te gemakkelijk. Als je fout bent, kan niemand jou iets verwijten.”
De dag voor Milaan-Sanremo schreef hij: ‘MVDP won’t be able to sleep from tomorrow night, he will have nightmares from realization of what kind of humilation awaits him at cobbled classics...’Vrij vertaald: Mathieu van der Poel zal er niet aan te pas komen en slecht slapen na Milaan-Sanremo.
“Dat is proberen om Mathieu van zijn stuk te brengen, zeker?”
Zou dat helpen?
“Ik denk het niet, maar andere renners zouden daar wel moeite mee hebben.”
Maar als het blijkt te kloppen, denk je op de duur: die weet meer...
“Op basis wat hij vorig jaar allemaal schreef, weet hij over bepaalde dingen meer, maar of dat Van der Poel goed zal slapen, weet hij niet, he.”
“Soit, ik moet afhaken. De training wacht. (lacht) Wout vraagt of we kunnen gaan spelen...”
***
Vier minuten na afloop van Milaan-Sanremo stuurt Benoot een bericht: “Mou gaat niet goed slapen vannacht?”
Zotte koers wel.
“Amai, schitterend!”
Ik zou mij als renner inderdaad toch ook afvragen of ik in Harelbeke wel kan volgen...
Tiesj Benoot is net terug van hoogtestage met Wout van Aert: “Elke renner twijfelt of hij vrijdag in Harelbeke zal kunnen volgen”
Net geland op Zaventem na drie weken hoogtestage op Tenerife met kopman Wout van Aert, maakt Tiesj Benoot (31) zich op voor zijn elfde voorjaarscampagne. Een interview met de wegkapitein van Visma-Lease a Bike over twijfelen voor E3 Saxo Classic, flaporen op sociale media, slaapprognoses van Mathieu van der Poel en het missen van zijn twee dochters: “Papa, wanneer kom je naar huis?”
*Dit gesprek vond zaterdag plaats - voor, tijdens en na Milaan-Sanremo - via een haperende internetverbinding met een chalet in Tenerife op een hoogte van 2.131 meter boven de zeespiegel.
“Amai. Slecht weer bij de start van Milaan-Sanremo. Gietende regen, zeg. Het is zo stilaan een droom voor Wout en mij: slecht weer in Parijs-Nice, slecht weer in Tirreno-Adriatico, slecht weer in Milaan-Sanremo... En wij zitten hier al drie weken in de zon op onze berg.”
Neem alvast een optie op die chalet voor 2026. Volgend jaar wil het voltallige peloton naar Tenerife in maart.
“Eerst zien of het ook nog rendeert. Dat is het belangrijkste.”
Twijfel je daaraan?
“Vorig jaar hebben we hetzelfde gedaan. Ondanks de barst in mijn heiligbeen plus zware val in de E3 Saxo Classic was ik op mijn beste niveau ooit in de Ronde van Vlaanderen. Zonder lekke band na de Paterberg, had ik gesprint voor de tweede plaats. Twee weken later eindigde ik derde in de Amstel Gold Race. Ook Wout zag er zeer goed uit na die hoogtestage...”
Maar...
“Wat ik tegen alle jonge renners zeg: elke renner zit met twijfels voor een koers. Of ze nu 21 jaar of 38 jaar zijn.”
Jij dus ook?
“Tuurlijk. De voorbije dagen heb ik al vaak gedacht: Ben ik er klaar voor? Ik herinner me dat ik vorig jaar met dezelfde vragen zat. Ondanks dat ik hetzelfde proces volg en dat vertrouw als houvast, ben ik opnieuw bezig met: ‘Zal ik boven mezelf kunnen uitstijgen?’ Die halve onzekerheid vind ik ook het mooie aan de sport.”
Waarom?
“Omdat iedereen zich nu dezelfde vraag aan het stellen is. Elke renner op zijn niveau. De helpers hopen dat ze er vrijdag na de Taaienberg nog bij zijn als er nog een groep van vijftig renners overschiet om de finale in te gaan. In mijn geval is het hopen dat ik bij de beste tien renners ben, zodat ik mijn stempel op de koers kan zetten en in de finale de afloop deels mee kan bepalen. En dan heb je nog die paar uitzonderlijke renners die zitten te hopen dat ze de koers kunnen winnen. Wout van Aert en Mathieu van der Poel starten nu eenmaal niet in de hoop om derde te worden.”
Dus ook die toprenners twijfelen?
“Zeker! Ook zij zullen dat gevoel erkennen.”
Hoe vaak heb je de voorbije nachten gedroomd over de E3 Saxo Classic?
“Zo erg is het niet, maar ik ben er wel dagelijks mee bezig. Ik probeer te focussen op het proces. We hebben de voorbije weken hard en veel getraind - soms zelfs twee keer per dag. Dat werk zit er nu op. Vanaf zondag start de fase van taperen tot vrijdag. Ik probeer het bekijken van de details van de koers wel uit te stellen tot de dag voordien. Wanneer je tijdens de aanloop elke dag het parcours op Veloviewer zou zitten bekijken en jezelf ook nog zitten afvragen: ‘ben ik wel het goede aan het doen?’... dan word je zot. Het zou ook averechts werken, mocht je constant met die koers in het hoofd zitten.”
Wat zit er nu in jouw hoofd om 10u30 in de voormiddag?
“Waar Wout en ik straks zullen losfietsen en wat we nadien eten als lunch. Nadien een dutje en hopelijk op tijd wakker schieten tegen dat ze aan de voet van de Capo Mele zitten...”
De leven.
“Toch is zo’n hoogtestage van drie weken op de Teide zeker de lastigste opoffering die ik op dit moment moet maken. Het zware trainen doe ik zeer graag, en zeker niet minder graag dan tien jaar geleden. Ik ben ook niet uitgekeken op de fiets, maar het is een pak lastiger om zo lang weg van huis te zijn in vergelijking met vroeger...
De kindjes.
“Twee meisjes die op drie weken tijd zoveel veranderen, zodat ik het gevoel heb dat ik constant momenten uit hun leven mis. Voor ik kinderen had, was een praatje via de videocall met Fien wel oké om het gevoel met thuis te blijven behouden, maar met kinderen is het gemis meer intens. Onze oudste dochter, Roos, is nu drie jaar en een paar maanden oud, en wanneer we dan vanuit Tenerife een videocall doen, zegt ze: ‘Papa, ik mis jou een beetje. Wanneer kom je weer naar huis?’ (pauze) Dat zijn lastige momenten.”
En dan wordt zelfs de nuchtere Tiesj Benoot een beetje week.
“Ja. Ook als je daar louter nuchter over nadenkt: De eerste keer leren stappen, leren praten, leren fietsen... Dat doet elke mens maar één keer in zijn leven. Ik besef dat die momenten niet meer zullen terugkeren. Dus wanneer ik thuis ben, probeer ik zoveel mogelijk tijd in de kindjes te steken en niet bezig zijn met randzaken - daarom wou ik dit interview ook tijdens de hoogtestage doen. Tien jaar geleden zou ik pas rond tien uur in gang schieten om te trainen. Nu doe ik om acht uur de kindjes naar school met de fiets en start mijn training vanaf de schoolpoort. Zodat ik op tijd terug ben, wanneer de schooldag gedaan is.”
Zouden die hoogtestages en lange periodes van huis een drijfveer kunnen zijn om binnen x aantal jaar te stoppen met koersen?
“Op dit moment is dat nog niet zo. Op een bepaalde manier doe ik zo’n hoogtestage ook wel graag. Je zit drie weken op een berg in alle rust, zonder chaos en hectiek van een gezin met twee kinderen. Het leven draait even enkel om fietsen, rusten en eten. Het is een rust waar ik van kan genieten en ik weet dat zo’n hoogtestage ook nodig is om als renner de beste versie van mezelf te zijn, maar stel: je doet al die opofferingen en krijgt er niet voor terug wat je wil, dan zou dat eventueel kunnen meespelen in die beslissing... Maar zo ver is het nog zeker niet. En om al meteen de volgende vraag te beantwoorden: ik heb nog geen idee wat ik na de carrière wil doen.”
Mooi geanticipeerd. Is dat universitaire diploma in de Toegepaste Economische Wetenschappen inmiddels een feit?
“Zwijg stil. (lacht) Ik moet nog één taak afwerken, een evaluatie van een groepswerk. Ik had gepland om het hier op Tenerife af te maken, maar het is er niet van gekomen. Het zal voor tijdens de hoogtestage in mei richting de Tour zijn.”
De combinatie koersen en studeren blijft toch moeilijker dan het op papier lijkt.
“Ik ben nog steeds blij van die keuze en dat ik zo een leven naast de fiets heb. Mijn identiteit bestaat uit meer dan coureur zijn. Het helpt om alles beter te relativeren. Zeker van jongere renners wiens leven enkel om koers draait, snap ik dat ze in een tunnelvisie kunnen belanden en het daar mentaal moeilijk mee hebben.”
Bij Visma Lease a Bike last Fem van Empel (22) een pauze in voor haar mentale gezondheid en ook Cian Uijtdebroeks (22) beleeft niet de leukste periode.
“Van de situatie van Fem ben ik niet echt op de hoogte, maar spreekt haar verhaal voor zich. Bij Cian is het een terugkerende blessure, dat is van alle tijden. Toen ik als tweedejaarsprof viel in de Ronde van Vlaanderen heb ik nadien een half jaar gesukkeld met mijn maag en het zuur gehad, dat was ook zeer frustrerend. Je bent constant op zoek... Los daarvan, is mentale gezondheid in het wielrennen al een dingetje en zal het de komende jaren nog een groter ding worden.”
Waarom?
“Twee evoluties. Ten eerste is alles meetbaar: voeding, vermogens, hitte-training... Ik snap dat een jonge renner zich daar in kan verliezen. Als ik nu een appel eet, zal ik nadien niet mijn klokhuis afwegen om te weten hoeveel gram appel ik nu precies heb gegeten. Je lacht, maar sommige renners doen dat echt, he! Je kan als renner alles perfect doen, maar als het te dwangmatig is en je zit daarom slecht in je vel, weet ik dat je niet het rendement krijgt dat je voor ogen hebt. Ik merk bij veel jonge renners dat het gewone fietsen en spelen op training er wat af is. Toen ik neoprof werd, aten we ‘s ochtends om ter meeste pannenkoeken om nadien met maagpijn op de fiets te stappen.”
Dat doe je nu toch ook niet meer?
“Neen, maar sommige jonge renners denken nu: als ik stop voor een koffie, is mijn training om zeep. Begrijp mij niet verkeerd: Ik wil niet die oudere renner zijn, die zeurt: tien jaar geleden was alles beter in de koers en het is allemaal veel gevaarlijker dan toen. Dat zeg en vind ik absoluut niet. Het wielrennen is niet negatief geëvolueerd. We zijn gewoon mee-geëvolueerd met de maatschappij. In die maatschappij - en dat brengt ons bij de tweede evolutie - zie je dat veel jongeren moeite hebben met de manier waarop ze moeten omgaan met sociale media. Dat Jan Met De Pet over alles zijn mening geeft en dat grover doet dan hij ooit face to face zou durven, is eigen aan deze tijd. Toen ik elf jaar geleden prof werd, was Twitter nog anders. (lacht) Nog niet alle debielen zaten er op.”
Zijn die sociale media ook geen te gemakkelijke boosdoener? Jij post voornamelijk koersfoto’s en soms een grappig verkleedfilmpje voor de kindjes op Instagram. Hoe heb jij last van sociale media?
“Ik wil benadrukken dat ik er weinig last van heb, maar onlangs was er weer zo’n flauwe plezante... Ik ga geen naam zeggen, want dat verdient hij niet. Toen ik daags na de Strade Bianche een video deelde van de ploeg, waarop Wout en ik aan het trainen zijn in Tenerife, reageerde die: ‘Er was een klein koerske in Italië, maar ga gerust door met jullie epo-kuur.’ (gniffelt) Er is nog. Toen we de tijdens de verkenning van de Omloop tijdrithelmen droegen, reageerde hij ook al: ‘Jammer van die flaporen van Tiesj Benoot. Alle moeite voor niks.’ Ik antwoordde: ‘Zou ik ze tegen mijn hoofd laten tapen?’ En dan hij weer: ‘Tiesj, volgens mij heeft Pantani zich ooit laten opereren aan zijn flaporen, dus je kan er iets aan doen. Aero is everything.’
Wat doet dat met jou?
“Als je naar zijn Instagram-account kijkt, is hij duidelijk zeer rechts en lijkt hij mij verzuurd. Ik kan het dus zeker plaatsen, maar ik kan mij voorstellen bij Cian, die een fysiek probleem heeft met zijn lichaam en dat ook openlijk heeft gezegd, waarover dan artikels worden geschreven en Tom Boonen - en dat is dan nog iemand met notie - die daar zijn idee over geeft...”
“Als je dan de reacties op het artikel over Cian leest, kan ik mij inbeelden dat je het er als jonge renner moeilijk mee hebt. Remco Evenepoel heeft daar ook zijn moeilijkheden in gehad en is daar na verloop van tijd in gegroeid - chapeau, trouwens, want gemakkelijk is dat niet. Ook Wout gaat daar op een bepaalde manier mee om. Iedereen heeft een mening over Wout. Als hij Milaan-Sanremo niet rijdt, is het niet goed, en vanavond zal men zeggen dat het geen goed idee was geweest indien hij er wel aan de start had gestaan.”
Valt @mou55981652 ook onder de term bagger op sociale media?
“De X-profeet van Pogacar? Ik vind het grappig en hij durft stoute voorspellingen doen. Vorig jaar zat hij er in de aanloop naar de Tour een paar keer boenk op, maar ik heb wel moeite met het anonieme. Dat is te gemakkelijk. Als je fout bent, kan niemand jou iets verwijten.”
De dag voor Milaan-Sanremo schreef hij: ‘MVDP won’t be able to sleep from tomorrow night, he will have nightmares from realization of what kind of humilation awaits him at cobbled classics...’Vrij vertaald: Mathieu van der Poel zal er niet aan te pas komen en slecht slapen na Milaan-Sanremo.
“Dat is proberen om Mathieu van zijn stuk te brengen, zeker?”
Zou dat helpen?
“Ik denk het niet, maar andere renners zouden daar wel moeite mee hebben.”
Maar als het blijkt te kloppen, denk je op de duur: die weet meer...
“Op basis wat hij vorig jaar allemaal schreef, weet hij over bepaalde dingen meer, maar of dat Van der Poel goed zal slapen, weet hij niet, he.”
“Soit, ik moet afhaken. De training wacht. (lacht) Wout vraagt of we kunnen gaan spelen...”
***
Vier minuten na afloop van Milaan-Sanremo stuurt Benoot een bericht: “Mou gaat niet goed slapen vannacht?”
Zotte koers wel.
“Amai, schitterend!”
Ik zou mij als renner inderdaad toch ook afvragen of ik in Harelbeke wel kan volgen...
“😂 We zullen het zien.”