(Langere) Analyse klassieke sprinters vs puncheurs

Hieronder vat ik het type renner die, bij verwachte gang van zaken, de favoriet is in alle ritten en wordt er ingegaan op de ritten waarin sprinters en/of puncheurs aan hun trekken komen. Input komt van analyses van sites als Touretappe en het forum van Cyclingnews, te gebruiken naar eigen wens.

Allereerst voor de duidelijkheid: onder de klassieke sprinters behoren onder adere Gaviria, Groves, Ackermann en Cavendish, terwijl tot de puncheurs onder andere Pedersen, Matthews, Cort, Consonni of Albanese behoren. Dat wilt niet zeggen dat de sprinters met een punch niet kunnen scoren in klassieke sprintetappes en omgekeerd. Je kunt ook Buitrago, Ulissi en dergelijke als puncheur beschouwen, maar aangezien het in dit forum vooral gaat over de afweging klassieke sprinters en sprinters die een helling kunnen verdragen, heb ik deze buiten beschouwing gelaten

Rit 1: Tijdrijders

Rit 2: Klassieke sprinters. Zeer vlak, geen hindernissen om klassieke sprinters te lossen.

Rit 3: Puncheurs. Op 35 km van het einde een tweetrapsraket om klassieke sprinters te lossen, ploegen van de puncheurs zullen hier de klassieke sprinters willen lossen.

Rit 4: Goed klimmende vluchters.

Rit 5: Klassieke sprinters. Geen uitdagingen in laatste 60 km, maar kans dat vluchters niet gegrepen worden.

Rit 6: All-round vluchters. Zeer uitnodigend profiel om ten aanval te trekken en niet meer teruggezien te worden, tenzij alle sprintersploegen samenwerken om hen terug te pakken. Indien geen vluchters, vermoedelijk klassieke sprint.

Rit 7: Klimmers.

Rit 8: Puncheurs en/of klimmers. Een helling op 45 km van de streep van 2e categorie en vooral een springplank op 10 km van de meet zijn ideaal op klassieke sprinters te lossen.

Rit 9: Tijdrijders.

Rit 10: Klassieke sprinters of vluchters. Laatste 60 km zijn er geen grote hindernissen meer, de hindernissen liggen te vroeg in de etappe om klassieke sprinters te lossen. Ook een kans voor beter klimmende sprinters in een vlucht mee te sturen.

Rit 11: Klassieke sprinters. Op het laatste bergje op 45 km kunnen klassieke sprinters afhaken, maar daarna hebben ze nog veel tijd om terug te komen aansluiten.

Rit 12: Vluchters of zeer goed klimmende sprinters. De berg van 2e categorie zal waarschijnlijk de klassieke sprinters en een deel van de puncheurs doen afhaken, mogelijk dat types als Cort, Albanese of Vendrame nog overblijven in een gereduceerd peloton.

Rit 13: Klimmers

Rit 14: Klassieke sprint of vluchters. Door het profiel van de volgende ritten is dit nog een interessante rit voor klassieke sprinters, maar indien een grote groep vluchters op de eerste berg wegrijdt, zullen ze moeten sprinten voor verre ereplaatsen. Ze hebben echter 135 km om het gat te dichten.

Rit 15: Vluchters of klimmers. Mogelijk iets voor een Cort, Matthews of Albanese vanuit de vlucht

Rit 16: Klimmers

Rit 17: Klassieke sprint. Geen hindernissen onderweg, voorlaatste kans.

Rit 18: Klimmers

Rit 19: Klimmers

Rit 20: Tijdrijders en klimmers

Rit 21: Klassieke sprinters. Geen hindernissen onderweg

Conclusie: ik reken op ongeveer 5 etappes die uitkomen op een klassieke sprint en interessant zijn voor mannen Gaviria, Groves, Ackermann, Cavendish. Vooral rit 10 en 14 lijken me randgevallen, veel gaat afhangen van hoe veel moeite de ploegen van de sprinters willen doen om vluchters terug te pakken. Voor Pedersen komen er nog enkele etappes bij als iets betere klimmer, terwijl renners als Matthews, Cort, Consonni en Albanese ook in de heuvelachtige vluchtetappes tot hun recht kunnen komen. De verdeling lijkt dan uit te gaan naar 6 à 7 snellere mannen in je ploeg, waaronder 2 klassieke sprinters (Gaviria/Groves), 3 duurdere sprinters die ook wat bergop kunnen rijden (Pedersen, Matthews, Albanese, Consonni en eventueel Cort) en 1 of 2 goedkopere sprinters (Fiorelli, Marit, Dekker, Dalle Valle...)

Laat gerust reacties achter!